Verbinding is een oliebol

Natuurlijk, we zagen de bui al hangen. Wie niet? Besmettingscijfers die oplopen, een nieuwe variant van het Covid-19 virus en de honger van mensen naar gezelschap en feestelijkheid met de feestdagen. Ook op Dopersduin waren kerst- en nieuwjaarsweek volgeboekt…wie snakt er niet naar ontmoeting, verbinding, nabijheid (zelfs op anderhalve meter) en iets van die ouderwetse normaliteit…al is het maar een zweempje. Maar dat verlangen gaat niet best samen met de pogingen het virus onder controle te krijgen. Dus. We zagen de bui al hangen.

En toch, een mens blijft hopen. Van te voren hadden we allerlei prachtige creatieve ideeën over hoe we onder de toen geldende maatregelen (horeca dicht vanaf 17.00 uur bijvoorbeeld) tóch een bijzondere en verbindende week neer zouden kunnen zetten. Glühwein op een driepoot, vuurkorven, vieringen buiten met fakkels, avondwandelingen in tweetallen met gespreksvragen, warme maaltijden tussen de middag, flessenpost, en och. Zoveel meer. Want we wilden zo ontzettend graag. We waren er zó aan toe. Gewoon. Bij elkaar. Mensen op het huis. En de rest komt dan wel goed.

Maar al na de persconferentie halverwege december werd duidelijk dat het eigenlijk geen haalbare kaart was: mag onze persoonlijk verlangen voorgaan op veiligheid? Als er opgeroepen wordt om zo min mogelijk samen te komen, moeten wij dan roepen, vleien, verleiden: ‘Kom, kom hier! Komt allen tezamen?’ Nee. Toch niet. Het bestuur bleef lang in rondjes draaien…want oh. We willen zó graag. Keer op keer werden alternatieven geopperd. Kunnen we niet zus, als we nu zo? Maar uiteindelijk viel het besluit: we gaan níet open met kerst en nieuwjaar. Weer niet. Al ging dat niet helemaal zonder tranen, eerlijk.

Nog geen week later waren we stiekem blij dat we niet alles op alles hadden gezet om tóch open te gaan, want door de landelijke lockdown moest toch alles dicht. Nu waren we al verzoend met het idee, en druk met nieuwe plannen. Want als we dan toch dicht zijn, dan kan de vernieuwing van het kookeiland ook wel naar voren. En dus werd de keuken ontmanteld…op één onderdeel na. De frituur.

De frituur stond nog zielig alleen op zijn plek, te midden van ontkoppelde apparatuur en vuistdikke elektriciteitskabels die werden getrokken. Want die frituur, die zou nog één laatste heldendaad verrichten. For ol’ times sake, zeg maar. Want wat is oud&nieuw zonder de Dopersduin-oliebol? En dus verzamelde de kookploeg die eigenlijk de nieuwjaarsweek zou draaien op 29 december bij elkaar rondom dit oude beestje. Deeg werd te rijzen gezet, rozijnen geweekt, olie vervangen, en daar gebeurde het: de eerste oliebol gleed het hete vet in. En zoals met alle goede geuren en smaken kwamen herinneringen aan eerdere oliebollenbakdagen als vanzelf boven. Er werd gelachen, geklierd, gefilosofeerd. En gebakken. Oh, wat werd er gebakken! ruim 700 oliebollen, alsof het niets was.

Ondertussen was de gastenleiding in de Voorsprong druk bezig met het versieren en vullen van papieren tasjes. Dopersduinsnoepjes, -boekjes, de nieuwste Schoorlse Berichten, kaarsje, sterretjes, en niet te vergeten de nieuwjaarskaart van gast-tot-gast. Aan het einde van de dag kwamen daar de oliebollen (al dan niet gluten- of lactosevrij) bij. Alle ingrediënten voor een ouderwetse Dopersduin nieuwjaarsviering in een handig tasje. De routes werden gepland, de adressen verdeeld. Want ja, je kunt een kaartje sturen. Maar je kunt ook liefde en aandacht en lekkers rondbrengen.

De volgende ochtend ontbeten we met oliebollen. Uiteraard. En daar gingen we. Vier teams in auto’s, en nog een aantal mensen die toch naar huis moesten en dan meteen daar in de buurt wel tasjes rond konden brengen. Ruim twaalf uur lang reden we rond door Nederland, van gast naar gast naar gast naar gast. Dichte deuren, mensen die in tranen uitbarsten, filosofische gesprekken, hilarische momenten, verbijstering, dankbaarheid, springende kinderen, een kersverse baby, en tot slot mensen die eerst geen idee hadden wie we waren omdat ze ons nog nooit buiten Dopersduin hadden gezien en ons dus even niet konden plaatsen. En hoe leuk om te zien waar en hoe iedereen woont! Door het hele land, in flatjes, villa’s, , een rooms-katholieke pastorie, hofjes, stad, platteland en alles daar tussen in. Hoe divers, en hoe ontzettend hetzelfde. Want waar onze gasten ook wonen, hun tweede thuis delen ze. Zelfs nu.

De zoomviering op oudjaarsmiddag was een warm weerzien. Het is niet hetzelfde, natuurlijk niet. Maar het is er. En het laat even voelen dat wij er nog zijn, met zijn allen, met elkaar. Ook als het huis dicht is is het er. In hoofd en hart en ziel van al diegenen die hier thuis komen. En veel mooier en sterker wordt het niet, verbinding. Al is het maar door een oliebol.

Vorige
Vorige

Een pleister